Vele miljoenen gaan er jaarlijks om in de re-integratie van werklozen, zieken en mensen met een arbeidsbeperking. Kritiek op het UWV is geen onbekend verschijnsel. De resultaten van de bestede re-integratiebudgetten zijn nou eenmaal lastig meetbaar en daardoor blijft het onduidelijk of budgetten effectief zijn ingezet. De Algemene Rekenkamer heeft dit probleem al vaker aangekaart, maar moest onlangs opnieuw concluderen dat er weinig meetbare resultaten zijn. Door middel van experimenten hoopt het UWV nu meer duidelijkheid te kunnen gaan scheppen. Het is echter de vraag of deze experimenten niet ten koste gaan van werkzoekenden.
Het UWV experimenteert momenteel veelvuldig met re-integratiebegeleiding. Daarvoor worden twee groepen werkzoekenden gevormd: een groep die intensieve begeleiding krijgt en een groep die het moet doen met digitale begeleiding. Daarna kijkt men hoeveel mensen er weer werk vonden en hoe lang het re-integratietraject richting werk heeft geduurd. De vraag die dan rijst is natuurlijk of de mensen met intensieve begeleiding (en dus kostbaar) sneller en vaker werk vonden. Op het eerste gezicht lijkt dit een goede manier om meer duidelijkheid over de effectiviteit te verkrijgen. Desalniettemin is er veel kritiek op de manier waarop het UWV experimenteert en Kamervragen zijn reeds gesteld over de werkwijze. De belofte van het UWV om maatwerk te bieden rijmt namelijk niet met de opzet van de experimenten. De groep werkzoekenden die weinig begeleiding krijgt loopt dat maatwerk namelijk mis.
Naar aanleiding van de Kamervragen heeft minister Koolmees inmiddels aangegeven dat werkzoekenden met weinig begeleiding zelf om meer begeleiding mogen vragen. Het UWV zal deze dan ook gaan verlenen. Toch blijft er waarschijnlijk een grote groep werkzoekenden die die extra begeleiding misloopt, simpelweg omdat ze minder proactief is. Overigens is het maar de vraag of ze daardoor veel kansen zijn misgelopen. Ook in 2012 en 2013 voerde het UWV het experiment uit. Toen bleek dat er maar een klein verschil in resultaten zat tussen intensieve re-integratiebegeleiding en weinig begeleiding. De kans op succes bleek bij intensieve begeleiding slechts een paar procentpunten hoger te liggen.
Terug naar blog