Mensen met een arbeidsbeperking vinden nog steeds moeilijk werk ondanks de Banenafspraak en de krappe arbeidsmarkt. Dat constateert de Arbeidsinspectie. In een brief aan de Tweede kamer schrijft staatssecretaris Nobel van Participatie en Integratie dat het voor werkgevers lastiger is geworden om mensen aan een baan te helpen.
Met de Banenafspraak uit 2013 spraken het bedrijfsleven en de publieke sector af om echte banen te creëren voor mensen die zonder begeleiding niet zelfstandig het minimumloon kunnen verdienen. Het gaat om 125.000 extra banen die in 2026 gerealiseerd moeten zijn: 100.000 extra banen in het bedrijfsleven en 25.000 extra banen bij de overheid. De teller staat tien jaar later op 85.000. Werkgevers kwamen in 2023 uit op in totaal 74.031 extra banen. Daarmee bereikten werkgevers voor het eerst hun jaarlijkse doelstelling niet; het streven van 80.000 extra banen in 2023. De overheid realiseerde 11.634 extra banen, terwijl de doelstelling lag op 25.000. Bij deze sector is wel een stijgende lijn te zien ten opzichte van voorgaande jaren dankzij investeringen in de kwaliteit en duurzaamheid van de banen.
Werkgevers geven aan dat het moeilijker is geworden om mensen met een arbeidsbeperking aan het werk te helpen. Ze hebben vaak te weinig mogelijkheden om deze werknemers te begeleiden of de problematiek van de mensen is te complex. In de praktijk blijkt bovendien dat een deel van deze mensen beter niet of alternatief werk hadden kunnen doen in plaats van werk op de reguliere arbeidsmarkt. Staatssecretaris Nobel geeft aan de komende tijd verder te gaan met het beter in beeld krijgen van kandidaten bij werkgevers gericht op de ondersteuningsbehoefte van deze doelgroep. Tevens ligt er een wetsvoorstel in de Tweede Kamer om het aantrekkelijker te maken voor werkgevers om mensen aan te nemen en het doelgroepregister te verbreden.
Terug naar blog