In 2015 sloten de deuren van sociale werkplaatsen voor nieuwe werknemers. Het kabinet Rutte II had ambitieuze plannen om mensen met afstand tot de arbeidsmarkt aan het werk te krijgen bij reguliere bedrijven. Voor 2025 moesten 125.000 extra banen gecreëerd worden voor mensen met een beperking. De gemeenten kregen de verantwoordelijkheid voor de uitvoering met de vrijheid om hun eigen beleid te ontwikkelen om deze doelstelling te halen. Ter ondersteuning werd tevens de loonkostensubsidie in het leven geroepen. Een goed moment om een tussentijdse balans op te maken.
Een werkgever die een werknemer met een beperking in dienst neemt kan aanspraak maken op de loonkostensubsidie. Dit is alleen mogelijk wanneer de werknemer met beperking minder productief is dan een werknemer zonder beperking. Voor dat verschil in productiviteit kan de werkgever dan compensatie aanvragen bij de gemeente in de vorm van loonkostensubsidie. Deze subsidie is een compensatie voor maximaal 70% van het wettelijk minimumloon. De regeling moet er ook aan bijdragen dat de 125.000 extra banen gerealiseerd gaan worden. Een aantal jaren verder blijkt dat er maar mondjesmaat banen bijkomen. Veel mensen die eerder in sociale werkplaatsen werkten, zitten nu thuis. Uit onderzoek blijkt dat gemeenten ver achter blijven met de te behalen doelstellingen. 75% van de gemeenten krijgt het niet voor elkaar om de taakstelling nieuw beschut werk uit te voeren. Daarnaast wordt loonkostensubsidie veel minder ingezet dan vooraf was verwacht. Begrijpelijk dat kabinet Rutte III daarom besloot dat nieuwe maatregelen noodzakelijk zijn.
Staatssecretaris van Ark besloot begin 2018 dat loondispensatie de loonkostensubsidie zou moeten vervangen. Bij loondispensatie is de werkgever niet meer verplicht om het wettelijk minimumloon te betalen. In plaats daarvan kan een werknemer bij de gemeente vragen om een aanvulling op het salaris, zodat toch het minimumloon verkregen wordt. De administratieve lasten zouden bij invoering dus verschuiven van werkgever en werknemer. Daarnaast zou de aanvulling gaan afhangen van andere factoren, zoals het inkomen van de partner van de werknemer. In de praktijk kan dit betekenen dat de werknemer aan de slag moet voor misschien niet eens de helft van het minimumloon. Vakbonden, maar ook werkgevers, zien deze constructie niet zitten. Werkgevers gaven aan bang te zijn dat werknemers door het lage inkomen minder gemotiveerd zijn om te blijven werken. Ook werknemers, zoals Noortje van Lith, en politieke partijen lieten van zich horen. Hoewel het de bedoeling was dat de loondispensatie in 2019 ingevoerd zou worden, is het plan inmiddels van de tafel vanwege de kritiek en complexiteit.
Een eerste aanpassing die doorgevoerd zal gaan worden is het versimpelen van de regelgeving omtrent de berekening van de loonkostensubsidie. Momenteel zijn er maar liefst zes gebruikte methodieken om de loonwaarde van een medewerker met een beperking vast te stellen. Met de berekende loonwaarde wordt vervolgens de hoogte van de loonkostensubsidie vastgesteld die door de gemeente aan de werkgever wordt vergoed. De verschillende rekenmethoden zorgen voor verschillende uitkomsten en dus vergoedingen. Om dit op te lossen, zal er vanaf 1 april 2019 nog maar één rekenmodel voor het bepalen van de loonwaarde zijn. Verder wil staatssecretaris Van Ark het voor mensen met een beperking interessanter maken om meer uren te gaan werken. Momenteel krijgen deze mensen een aanvulling tot bijstandsniveau. Wanneer ze meer uren gaan werken, gaat hun nettoloon echter niet omhoog. Het loont nu dus niet om extra te werken. Van Ark wil ervoor zorgen dat deze werknemers €130 per maand boven bijstandsniveau mogen bijverdienen zonder dat ze gekort worden.
De reacties op de nieuwe plannen zijn voorzichtig positief. Frouke van Rijn, werkzaam bij Matchforce en gespecialiseerd in het begeleiden van Wajongers: 'Het is goed dat er nu meer eenduidigheid komt in de regelgeving. Eén duidelijke regeling is beter werkbaar voor werkgevers én werknemers.' Ook veel mensen met een beperking zijn blij dat het plan om hen voor minder dan het minimumloon te laten werken van de baan is. Frouke van Rijn nogmaals: 'Het is positief dat werknemers met een beperking nu meer kunnen verdienen zonder gekort te worden op hun uitkering. Het zou fijn zijn als deze nieuwe regeling ook zorgt voor minder rekenwerk.' Gemeenten geven aan blij te zijn met de wijziging in de plannen, omdat zij ook bang waren voor een niet gemotiveerde doelgroep vanwege de aangekondigde loondispensatie. Tegelijkertijd lijken diezelfde gemeenten een zwakke schakel te vormen in dit verhaal omdat gemeenten hun eigen beleid mogen bepalen die onderling sterk verschilt. Ook de resultaten verschillen sterk. Hoewel de veranderingen in de regelgeving een kleine stap in de goede richting lijken te zijn, zal er heel wat meer nodig zijn om de ambitieuze doelstelling van 125.000 extra banen in 2025 te behalen.
Terug naar blog