Werkgevers betaalden tientallen miljarden teveel aan sociale premies aan het UWV. Ruim 20 procent van de afgedragen premies zou overbodig zijn. Dit meldt De Telegraaf.
De sociale premies zijn ontwikkeld om de kosten van arbeidsongeschiktheidsuitkeringen te dekken via een zogenaamd omslagsysteem. Dit is een financieringsstelsel waarbij elk jaar een vooraf bepaald percentage van het inkomen wordt afgedragen die in datzelfde jaar moet worden aangewend voor uitkeringen. Omdat de premies al jaren de werkelijke uitgaven overtreffen ontstaat in werkelijkheid een groeiende reserve op de balans van het UWV. Het systeem is hier dus niet voor bedoeld. De jaarverslagen van het UWV maken dit ook duidelijk. Op de balans voor 2024 stond een reserve van 34 miljard euro waarvan 25 miljard euro gereserveerd was voor het Arbeidsongeschiktheidsfonds (Aof).
Volgens het UWV hoeven de sociale premies juist niet meer kostendekkend te zijn en hanteert de overheid niet langer een directe koppeling tussen inkomsten en uitgaven. Dit roept wel twijfels op bij experts, want de te hoge premies hebben impact. Werkgevers zouden bijvoorbeeld de voorkeur kunnen geven aan zzp'ers boven vaste werknemers vanwege de hoge premies. En een hoge Aof-premie kan bijvoorbeeld ook een negatief effect hebben op het vestigings- en belastingklimaat. Ambtenaren adviseren dan ook om de Aof-premie te verslagen. De bevoegdheid om de Aof-premie vast te stellen, berust bij de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Ter indicatie. In 2021 werd de Aof-premie nog vastgesteld op 7,03 procent en dat zorgde dat voor een overschot van 4,9 miljard euro in dat jaar. Voor 2025 is de Aof-premie vastgesteld op 4,89 procent.