De WIA staat voor Wet Werk en Inkomen en trad in 2005 in werking als opvolger van de WAO. De WIA regelt een uitkering bij ziekte of arbeidsongeschiktheid na de wettelijke loondoorbetalingstermijn. Het idee is dat mensen met een arbeidsbeperking waar mogelijk weer aan het werk kunnen. De WIA bestaat uit twee uitkeringen: WGA voor mensen die deels arbeidsongeschikt zijn en IVA voor mensen die duurzaam niet kunnen werken.
Een werknemer krijgt een WGA-uitkering als deze minstens 35% maar minder dan 80% arbeidsongeschikt is. Een werknemer krijgt ook een WGA-uitkering bij minstens 80% arbeidsongeschiktheid met een redelijke kans op herstel, ofwel tijdelijk arbeidsongeschikt. De WGA-uitkering die de werknemer ontvangt, is een aanvulling op het loon. Een werknemer heeft recht op een IVA-uitkering wanneer deze na de wachttijd van 104 weken volledig en duurzaam arbeidsongeschikt is verklaard. Dit geldt als de werknemer niet meer dan 20% van het laatstverdiende loon kan verdienen én een geringe kans op verbetering heeft binnen een tijdvlak van 5 jaar.
De WIA-uitkering laat zich verdelen in een WGA-uitkering en een IVA-uitkering. De WGA-uitkering is bedoeld voor mensen die arbeidsongeschikt zijn, maar nog wel kans hebben op werk of herstel. De uitkering geeft twee maanden recht op 75 procent van het laatst verdiende loon. Na deze twee maanden zakt de WGA-uitkering naar 70 procent van het laatst verdiende loon. De IVA-uitkering is bedoeld voor mensen die volledig en duurzaam arbeidsongeschikt zijn en geeft permanent recht op 75 procent van het laatst verdiende loon.
De premie voor de verplichte werknemersverzekering WIA wordt betaald door de werkgever. De premie kent twee type premies: de basispremie en de gedifferentieerde premie Werkhervattingskas (Whk). De basispremie voor grote en middelgrote werkgevers in 2025 is vastgesteld op 7,64%. De basispremie voor kleine werkgevers is in 2025 vastgesteld op 6,18%. Is de werkgever eigenrisicodrager voor de WGA dan geldt als premiecomponent 0%. Na twee jaar ziekte kunnen werknemers een arbeidsongeschiktheidsuitkering aanvragen bij het UWV. Welke WIA-uitkering de werknemer krijgt, wordt bepaald op basis van de arbeidsongeschiktheid. Zowel voor werknemer als werkgever kan deze uitkomst grote consequenties hebben.
Voorafgaand aan de WIA beoordeling toetst het UWV of werkgever en werknemer voldoende re-integratie-inspanningen hebben verricht. Heeft de werkgever bijvoorbeeld 1e spoor en 2e spoor tijdig ingezet? Op grond van de WIA kan het UWV een loonsanctie opleggen aan de werkgever bij onvoldoende resultaat en onvoldoende re-integratie-inspanningen. De loonsanctie kan betekenen dat de werkgever het loon van de werknemer maximaal 52 weken langer moet doorbetalen. De werkgever kan de vastgestelde tekortkomingen herstellen. In dat geval eindigt de loonsanctie zes weken nadat het UWV dit herstel heeft vastgesteld.
Vind een re-integratiedeskundige
Zoek contact met re-integratiebureaus in uw regio voor vragen over de WIA en re-integratiebegeleiding bij langdurig verzuim.