Wat zijn mijn rechten en plichten bij 2e spoor?
In de Wet Verbetering Poortwachter zijn een aantal rechten en plichten opgenomen voor re-integratie tweede spoor. De werkgever is daarbij eindverantwoordelijk voor de uitvoering en bewaking van 2e spoor. Tegelijkertijd wordt van de werknemer een actieve en constructieve houding verwacht tijdens het re-integratieproces. In dit artikel vind je voor beide partijen concrete voorbeelden van rechten en plichten bij een 2e spoor traject.
Plichten bij tweede spoor
De werkgever en werknemer hebben de volgende plichten bij re-integratie 2e spoor:
- Zowel werkgever als werknemer dragen optimaal bij aan een succesvolle re-integratie.
- Werkgevers zijn verplicht om 2e spoor aan te bieden als 1e spoor geen optie blijkt te zijn.
- Een werknemer is verplicht te verschijnen bij het spreekuur van de bedrijfsarts.
- Werknemer en werkgever zijn verplicht minimaal één keer per zes weken de voortgang van de re-integratie te bespreken.
- Er dient een Plan van Aanpak opgesteld te worden door werkgever en werknemer.
- De oorspronkelijke re-integratiedoelen moeten na een jaar ziekte door werkgever en werknemer geëvalueerd worden.
- Na een halfjaar dient een werknemer ook open te staan voor een baan onder het oude opleidingsniveau of een baan die minder goed aansluit op zijn of haar specifieke werkervaring.
- De belangrijkste plicht van de werknemer is dat hij of zij actief bijdraagt aan de eigen re-integratie. Bij onvoldoende medewerking kan de werkgever sancties opleggen aan de werknemer.
Rechten bij tweede spoor
De werkgever en werknemer hebben de volgende rechten bij re-integratie 2e spoor:
- Een werknemer hoeft in het eerste halfjaar geen werk te accepteren dat niet passend is. Dat wil zeggen dat het werk onvoldoende aansluit op de functionele mogelijkheden, werkervaring, salaris en opleiding van de werknemer.
- Het is in de praktijk gebruikelijk dat de werkgever een re-integratiebureau aandraagt. Voor het re-integratieproces is het belangrijk dat een werknemer zich goed voelt bij de re-integratiebegeleider. Denk dan aan competenties, onafhankelijkheid en persoonlijke klik. Bij twijfel kan een werknemer om een ander re-integratiebedrijf vragen of in overleg een ander bureau voordragen.
- Als een werknemer of werkgever het idee heeft dat het re-integratietraject niet goed verloopt, dan kan een onafhankelijk deskundigenoordeel aangevraagd worden. Bijvoorbeeld als de werknemer meent dat er geen passend werk is aangeboden. Het UWV beoordeelt of het werk passend is.
Vind een re-integratiedeskundige
Zoek contact met re-integratiebureaus in uw regio voor begeleiding bij 2e spoor trajecten.
Terug naar kenniscentrum